Spelen met je hond: hoe leer je het aan?

Spelen met je hond is fantastisch, en daar zijn meerdere redenen voor: het versterkt de band tussen mens en hond, het is een leuke activiteit voor jullie allebei en spelletjes zijn een van de beste hulpmiddelen om je hond nieuwe vaardigheden aan te leren. Zeker als hij snel moet reageren, zoals bij recalltraining. Maar dat werkt natuurlijk alleen als de hond graag speelt en weet hoe het op een leuke manier kan voor jullie allebei. Dat is niet altijd zo.

De puppy die niet wil spelen

Als je hond niet wil spelen kan dat verschillende redenen hebben. Sommige puppy's vinden het overweldigend als mensen met ze willen spelen. Dat is vaak zo bij puppy's die er net veel baat bij zouden hebben: de schuchtere, voorzichtige karakters. Gelukkig kun je de meeste honden wel aanleren dat spelen erg leuk kan zijn. 

Je hond wil niet spelen: wat doe je eraan?

Allereerst moet je zeker weten dat je puppy of hond geen pijn voelt. Een hond die pijn voelt (door bijvoorbeeld rug- of nekpijn of pijnlijke tanden, kaken of poten) kan zich teruggetrokken opstellen en zelfs een afkeer krijgen van spelen. Vermoed je dat je hond niet wil spelen omdat hij pijn of een ander medisch probleem heeft, neem dan contact op met je dierenarts. 

Is je hond gezond, maar wil hij toch niet spelen? Neem dan je eigen gedrag onder de loep. Als je de aandacht van de hond op een verkeerde manier probeert te trekken, bestaat de kans dat hij helemaal niet meer geïnteresseerd is. 

Vijf fouten die veel mensen maken als hun hond niet wil spelen:

  1. Speelgoed in de mond van de hond willen leggen. Denk eraan: spelen met je hond is een imitatie van jagen, en tot nu toe is het nog nooit voorgekomen dat een konijn zich in de bek van een hond probeerde te duwen. In plaats van speelgoed voor de snuit van je dier te houden, sleep je het speeltje over de grond om zijn jachtinstinct aan te wakkeren. Laat het speelgoed in een onregelmatig patroon bewegen, zigzag over de vloer, stop even, vertraag en ga dan weer sneller.
  2. De hond het speelgoed niet laten vangen. Als je de bovenstaande tip opvolgt, maar de hond nooit het speelgoed laat vangen of hem te lang laat jagen, dan zal hij de interesse verliezen. Laat hem kort jagen en geef hem daarna de kans om zijn prooi beet te pakken. 
  3. De hond het touwtrekspelletje niet laten winnen. Als je een trekspelletje speelt met je nieuwe hond, hou het speelgoed dan losjes vast. Zodra de hond eraan trekt, valt het uit je hand en wint hij. De volgende keer hou je het weer losjes vast, en naarmate het zelfvertrouwen van je hond groeit, wordt je grip steviger. Zo ga je geleidelijk verder tot de hond hard aan het speelgoed moet sleuren om het te bemachtigen (afhankelijk van zijn grootte en leeftijd). Veel mensen denken dat een hond laten winnen, de hond dominant maakt. Dit is absoluut niet het geval, je zal eerder het spel saai maken voor de hond door hem nooit te laten winnen. 
  4. Speelgoed met een te korte handgreep. Er zijn veel leuke speeltjes voor honden, maar ze zijn niet allemaal even geschikt voor elke hond. Sommige honden zijn zo beleefd dat ze geen spullen willen pakken die je dicht bij je houdt. Als je voor speelgoed met een langere handgreep kiest, vergroot je de afstand tussen jezelf en het speeltje waarop de hond jaagt en waar hij aan trekt. Wat je ook kunt proberen, is gaan zitten om te spelen met de hond: sommige kleine honden of puppy's voelen zich geïntimideerd als je boven hen uit torent en spelen liever met je als je 'klein' bent. Probeer tijdens het spelen ook je zij of rug naar de puppy te draaien, in plaats van frontaal voor hem te staan. 
  5. Niet enthousiast genoeg zijn. Dit is voor veel mensen misschien het eerste wat ze proberen, maar het is vaak niet de belangrijkste vaardigheid bij het spelen. Honden die van trekspelletjes houden, kunnen te opgewonden raken als je erg enthousiast speelt, terwijl schuchtere honden in zo'n situatie net bang kunnen worden. Maar er zijn ook honden waarvoor enthousiasme precies is wat ze nodig hebben. Kijk naar twee spelende honden en probeer hun gedrag te imiteren. Wees betrokken bij het spel, maak plezier en geef je hond genoeg kansen om het speeltje te winnen. 

De puppy die te opgewonden raakt

Voor sommige honden is het probleem niet dat ze niet willen spelen, maar net het omgekeerde: ze raken te opgewonden. Ze springen, blaffen, vallen het speelgoed aan terwijl het nog in de jaszak van het baasje zit, bijten in je handen in plaats van het speeltje en rennen ermee weg als ze het te pakken krijgen. Op die manier is de pret eraf voor het baasje. 

Gelukkig zijn er manieren om dit te trainen. Denk eraan: als je een angstige, schuchtere hond hebt of liever niet in bepaalde situaties speelt, doe je er soms goed aan om de regels los te laten. Vertrouwen en plezier komen op de eerste plaats. Wanneer je de regels duidelijk maakt, moet je erover waken dat ze niet aversief zijn, anders bestaat het risico dat je hond de indruk krijgt dat het speelgoed verboden terrein is. Als je bezeerd raakt tijdens het spelen met de hond, kan het gebeuren dat je uit pijn en/of frustratie roept, maar daar leert je hond niets nuttigs van. Sommige honden raken daardoor net overstuur en gaan harder bijten, en andere worden bang. Een betere oplossing is dikke handschoenen dragen tot de hond leert hoe het moet. 

Vijf tips om je hond volgens de regels te leren spelen: 

1. Leer je hond een markeergeluid aan. Een clicker, woord of geluidssignaal is erg handig om correct gedrag te markeren en de hond te laten weten dat hij nu zijn speelgoed mag pakken. Als hij geen signaal kent om het speelgoed te pakken, bestaat de kans dat hij het gewoon pakt wanneer hij er zin in heeft. De beste manier om hem zo'n signaal te leren, is door te klikken of een herkenbaar woord te zeggen wanneer je het speeltje aanbiedt. Speel met de hond. Hou het speeltje achter je rug, bied het opnieuw aan, maak het markeergeluid wanneer de hond het speeltje opmerkt, speel opnieuw. Daarna bied je het speeltje aan, wacht je een seconde, maak je het geluid en speel je. Maak het markeergeluid alleen wanneer de hond rustig is en niet probeert het speeltje beet te pakken. Zo kun je geleidelijk aan de tijd tussen het aanbieden van het speeltje en het geluid langer maken. Lukt dat goed, beweeg en schud dan met het speelgoed alsof het leeft en maak vervolgens het markeergeluid. Let op: het is niet de bedoeling dat je op elk foutje van je hond let. Integendeel: je doet net je best om het je hond makkelijk te maken. Alleen op die manier zal hij iets bijleren. Maakt hij toch een fout, verstop het speelgoed dan gewoon weer achter je rug en maak het bij de volgende poging makkelijker. 

Je kunt verschillende signalen gebruiken om meerdere commando's te geven, maar dan moet je die signalen apart trainen. Denk bijvoorbeeld aan een signaal voor 'leg het speelgoed in mijn hand' en eentje voor 'leg het speelgoed op de grond'. Met een derde signaal geef je aan dat de hond iets uit je hand mag eten, met een vierde dat hij het voer in zijn kom mag opeten. Een vijfde signaal kan betekenen dat de hond mag snuffelen, een vriend mag begroeten of in een waterplas mag springen. Voor alles wat je hond leuk vindt, kun je een markeergeluid aanleren. Volg wel steeds hetzelfde systeem. 

2. Speelgoed wisselen op commando. Dit spelletje is handig in meerdere situaties, zoals wanneer je hond een speeltje moet loslaten of het naar je toe moet brengen. Om hem dit aan te leren, moet je meerdere stappen volgen. Het is belangrijk dat je puppy telkens de huidige stap goed begrijpt voordat je overgaat naar de volgende.

!! Dit is geen spelletje dat je hond al na één of een paar trainingssessies onder de knie zal hebben. Geduldig zijn is de boodschap! 

  • Gebruik twee zo identiek mogelijke trekspeeltjes. Hou er in elke hand eentje vast. Speel met het ene exemplaar terwijl je het andere achter je rug houdt. Laat het eerste exemplaar niet los, maar bied het tweede aan terwijl de puppy druk aan het eerste aan het trekken is. Stop met het eerste speeltje te bewegen en begin met het tweede te schudden. Als je de eerste tip hierboven hebt gevolgd, moet je mogelijk het signaal geven dat de hond het speeltje beet mag pakken. Wanneer hij van speeltje wisselt (en dat kan bij sommige puppy's een poosje duren), speel je even met het tweede exemplaar en verstop je het eerste achter je rug. Dan toon je speeltje nummer één weer en herhaal je het proces. 
  • Wanneer de puppy overschakelt zodra hij het speeltje van achter je rug te zien krijgt, introduceer je een signaal dat 'wisselen' betekent. Zorg er nu voor dat hij alleen 'op commando' wisselt: als je het speeltje van achter je rug toont en hij het andere exemplaar loslaat voordat je het signaal geeft, laat je het snel weer achter je rug verdwijnen. Maak het de volgende keer makkelijker. Volg de stappen uit de eerste tip om de puppy te leren uitsluitend op commando te wisselen. 
  • Laat het exemplaar waarmee je speelt los, toon onmiddellijk het andere exemplaar dat je achter je rug hield en geef het wisselsignaal. Speel ermee terwijl je het eerste exemplaar opraapt en herhaal. 
  • Laat het exemplaar waarmee je speelt los, zet een paar stappen achteruit om de hond je te laten volgen en geef daarna het wisselsignaal. Maak de afstand geleidelijk langer en zorg ervoor dat de hond het speeltje niet loslaat voordat je het signaal geeft. 
  • Gooi nu het exemplaar waarmee je niet speelt weg, geef het wisselsignaal en loop achteruit om de hond met het speeltje naar je toe te laten komen. Combineer deze stap met de tip hieronder.

3. Leer je hond om het speeltje aan jou te geven. Zoals we eerder zeiden: zorg ervoor dat je hond de huidige stap goed snapt voordat je aan de volgende begint. Deze keer heb je een makkelijk te pakken speeltje (zoals een pop of tennisbal), een markeersignaal en snoepjes nodig. 

  • Hou de clicker (als je er eentje gebruikt) in je ene hand, samen met enkele snoepjes. Je andere hand is leeg en hou je achter je rug. Laat je hond je lege handpalm zien. Maak het markeergeluid en leg een snoepje in je lege handpalm zodra hij naar je hand kijkt. Nadat hij het snoepje heeft opgegeten, verdwijnt je lege hand weer achter je rug. Herhaal deze oefening. Maak het markeergeluid en geef een beloning wanneer de hond naar je hand kijkt, eraan ruikt en zijn neus tegen je hand of in je handpalm duwt. 
  • Wanneer de hond zijn neus enthousiast in je handpalm duwt zodra je die toont, begin je met snoepjes opgooien om het momentum te versterken. 
  • Zodra dat gedrag sterk genoeg is, gooi je in plaats daarvan een speeltje. Gaat de hond ernaar op zoek, dan beloon je hem met het markeersignaal en een snoepje. Voor een hond die bezeten is door speelgoed kan deze stap er heel anders uitzien dan voor een hond die zich makkelijker door snoepjes laat verleiden. Sommige honden rennen meteen naar het speelgoed toe en rapen het op. Doet jouw hond dat, toon dan gewoon je handpalm en wacht tot hij zijn neus (en het speeltje) in je hand duwt. Klaar! Maar de meeste honden hebben iets meer training nodig. Rent je hond liever weg met het speeltje, herhaal dan de stappen D en E en oefen in een ruimte die zo klein is dat je hond niet kan wegrennen, zoals in de badkamer. Oefen je dit spelletje buiten, doe dan een leiband rond het speeltje. Sommige honden zullen het speeltje niet willen oprapen als er bedreigingen in de buurt zijn. Laat je hond tijdens de ene sessie zijn neus in je hand drukken en tijdens de volgende sessie een speeltje naar je hand brengen om te voorkomen dat hij in de war raakt. Je kunt ook wisselen tussen speelgoed en snoepjes op de manier die we eerder met twee speeltjes hebben uitgelegd.
  • De oefening is bedoeld om de hond naar je toe te laten komen zodra hij een speeltje heeft en dat speeltje spontaan in je hand te laten leggen. Geef hem dat speeltje meteen terug, zeker in het begin. Anders leert hij dat hij het speeltje kwijtraakt als hij het naar je toe brengt, en dat werkt niet bepaald motiverend. 

4. Experimenteer met verschillende soorten speelgoed. Dit geldt zowel voor honden die (nog!) niet geïnteresseerd zijn in speelgoed als voor honden die (nog!) te opgewonden raken als er speelgoed in de buurt is. Honden kunnen erg uiteenlopend reageren op verschillende soorten speelgoed. Er zijn tientallen leuke speeltjes voor honden. Experimenteer met pluizige speeltjes aan een lange steel, ballen, frisbees, piepende speeltjes, dennenappels, sokken of andere voorwerpen waarmee hij spontaan speelt. Misschien vind je wel iets dat je hond helemaal blij maakt. 

5. Speel! Veel mensen met een hond die gek is op speelgoed, stoppen volledig met spelen om hem dat gedrag af te leren. Maar je hond geeft je een belangrijke boodschap: hij moet net wel spelen! Probeer dus spelletjes te zoeken die jullie allebei leuk vinden, zodat je hond dat cruciale aspect van zijn leven niet hoeft te missen.

Error

An error has occurred. This application may no longer respond until reloaded.