Op klinisch onderzoek werd dyspnee vastgesteld, samen met hyperthermie (40°C), een zwakke pols en ook opvallend gedempte hart- en longgeluiden.
Bij eigen dierenarts werd op radiografische opname van de thorax pleurale effusie gezien.
In onze kliniek werd een thoracocenthese uitgevoerd. Het uitzicht van het verzamelde vocht kan best worden beschreven als ‘Fristi-kleurig’. Onderzoek van het vocht toonde een hoog triglyceride-gehalte aan. Het was duidelijk dat het hier ging om een geval van chylothorax.
Om de oorzaak van de chylothorax te achterhalen werden meerdere onderzoeken uitgevoerd.
Op het bloedonderzoek werden geen belangrijke afwijkingen gevonden. Er werd ook een echocardiografie uitgevoerd. Het hart bleek gelijkenissen te vertonen bij wat we ook bij dilatorische cardiomyopathie zien, namelijk een gedilateerde linker ventrikel met verminderde contractiliteit. Een bijkomende bepaling van taurine wees ook op taurinedeficiëntie.
In conclusie bleek de chylothorax in dit geval veroorzaakt te zijn door DCM, ten gevolge van taurinedeficiëntie.
De hond werd behandeld met pimobendan, furosemide, metacam, taurinesupplementen en een low fat dieet. Ook werd rutine opgestart, een supplement met positieve invloed op de (lymfe)circulatie.
De hond werd regelmatig opgevolgd en na 2 maanden werd duidelijk klinisch maar ook echocardiografisch verbetering opgemerkt. Ook was er geen sprake meer van pleurale effusie. Het dier stelt het momenteel zeer goed.